Poederbrief blijkt harddrugs te bevatten

 Een verdachte ’poederbrief’ bleek amfetamine te bevatten. Degene die de brief ontvangen had, was ermee naar het politiebureau gekomen omdat hij de zaak niet vertrouwde.

Op donderdagmiddag 22 januari 2015 werd door een medewerkster aan de balie van het politiebureau aan de Ringbaan-Zuid een brief geopend. De brief bleek een verdachte substantie te bevatten waarna -volgens protocol- de brief als een mogelijke poederbrief werd aangemerkt en het politiebureau hermetisch op slot ging. Een op dat moment in het bureau aanwezige specialist van het LFO wist de verdachte brief echter meteen met de juiste materialen te onderzoeken waarna bleek dat de brief amfetamine bevatte.

Verdachte inhoud

De brief was retour-afzender gestuurd. De vermelde afzender kende de brief helemaal niet en had hem ook niet verstuurd. Hij vertrouwde de zaak niet en meldde zich donderdagmiddag met de brief in het politiebureau. De aanwezige baliemedewerkster merkte de brief onmiddellijk als verdacht aan en stelde het protocol in werking.

Direct Onderzoek

Toevalligerwijs vond op dat moment in het politiebureau een educatiebijeenkomst plaats over synthetische drugs. Daarbij was als gastspreker een expert van de Landelijke Faciliteit Ontmanteling aanwezig. Deze expert trok direct zijn beschermende kleding (incl. adembescherming) aan om onderzoek te doen. Na bemonstering kon hij met zijn apparatuur vaststellen dat de zogenaamde ’poederbrief’ amfetamine bevatte. Een nader onderzoek naar het op de brief vermeldde verzendadres wordt ingesteld.